Goud, zilver en lood

Frits Julius
Goud, zilver en lood

Zilver en lood
Zilver is buitengewoon zwaar, zwaarder dan lood en twee keer zo zwaar als ijzer. Zilver is ook buitengewoon soepel: je kunt het buigen, maar ook uiteen trekken. Zilver is verreweg de beste geleider voor warmte en elektriciteit. Dergelijke eigenschappen hebben alle metalen. Zilver heeft ze evenwel meer dan de meeste andere metalen.

Puur lood ziet er totaal anders uit dan zilver. Het heeft niet die mooie glans maar is dof. Aan de lucht blootgesteld wordt lood ook snel nog doffer. Uiteindelijk wordt het donkergrijs. Donker betekent dat het licht wordt opgenomen. Een zilveren kogel blijft koel in de zon, een loden kogel wordt warm. Bij verwarming gaat lood snel smelten. Wanneer je een vlam op geoxideerd lood richt komen er snel kleine looddruppels tevoorschijn. 

Zilver is heel anders. Zilver is het meest blanke, het meest polijstbare metaal. Merkwaar¬dig is dat wanneer je zilver steeds beter polijst, je door de spiegelwerking steeds meer jezelf ziet en steeds minder het zilver. Zilver verbergt zich.

Zilver lijkt een beetje op onze hersenen. Wij kennen beelden van onze gedachten, maar wat er daaronder in het hersenorgaan leeft, blijft voor ons verborgen. Zo leren wij het zilver kennen als iets wat ongewoon helder is. 

Lossen wij een zilverzout zilvernitraat op in water en voegen daar keuken¬zout bij dan vormt zich een witte onoplosbare massa. Laten wij hier licht op schijnen dan verkleurt de massa tot zwart violet. Op dit proces berust de fotografie. Fotografie geeft de mogelijkheid om beelden te verspreiden. Beroemd is terecht de zilverspiegelproef. Het is heel makkelijk om uit een zilverzoutoplossing een prachtige zilverspiegel op glas af te scheiden. Het zilver wordt gebruikt voor een spel met licht en beelden. Wij danken aan zilver de wereld van afbeeldingen, foto’s, film en alles wat daarmee samen¬hangt. Zelfs van de uithoeken van het heelal krijgen we beelden via spiegeltelescopen.

Het lood heeft juist een bijzonder makkelijk aantastbaar oppervlak. Het lood omhult zichzelf met een ondoordringbare korst en is daardoor ook heel geschikt om andere dingen te beschermen. Dakgoten en dakranden, zwavelzuurbakken, kabelbescherming enz., enz. Zelfs explosieproeven kan men op bedaarde wijze in loden blokken laten verlopen. Een loden buis is verstard vloeibaar lood. Ook menie en loodwit, de belangrijkste loodhoudende verfstoffen, hebben een bij¬zonder afsluitende en beschermende werking. Maar het lood heeft behalve dit ook een betekenis voor de boekdrukkunst. Het is makkelijk te gieten en weer opnieuw te smelten. Er zijn drukletters mee te maken. Woorden en gedachten worden vastgelegd.

Goud en zilver
En nu het goud. Men kan van goud zeggen dat het een vriendschappelijke wedstrijd met zilver speelt. Nu eens wint het, dan weer verliest het, maar uiteindelijk?

Het is nog veel zwaarder dan zilver. Men kan het niet helemaal zo mooi polijsten als zilver en het geleidingsvermogen is ook wat minder groot. Maar er is iets anders wat zilver niet kan en goud wel. Zilver kan niet stralen. Het kan vanwege het spiegelen niet stralen. Hoe hoog men het zilver ook verhit, het zal nauwelijks warmte en in het geheel geen licht uitstralen. Het kan bijna niet tot gloeien gebracht worden. Goud straalt al bij gewone temperatuur met zijn gele glans en wanneer men het zo hoog verhit dat het als druppel samenvloeit, dan straalt deze in het donker met diepgroene gloed. Het toont zichzelf wel degelijk.

Het zilveroppervlak is bijna onaantastbaar en een voorbeeld van reinheid. Toch heeft zilver één grote zwakheid. Het wordt blauw en bruin bij contact met zwavel. Het goud doorstaat wel de zwavel. Goud kun je dompelen in de meeste chemicaliën. Je kunt goud gloeien en smelten en het houdt zijn glanzende oppervlak. Ook wat plasticiteit betreft overtreft goud zilver. De goudsmid hamert het uit tot er blaadjes van ± 1/10000 mm dikte ontstaan. Dit betekent, dat men 1 cm³ goud tot 20 m² uit kan slaan. Gaat men met extra zorg te werk dan kan men het nog 20x zover brengen. Van 1 cm³ goud kan men een draad van bijna 40 km trekken. De dikte is dan 1/400 mm.

Wat is goud dan ? Goud is zwaar maar kan ook heel ijl worden. Dit door stralen en de mogelijkheid tot pletten. Goud is de zonnestof. Het heeft net als de zon straling en glans. En juist deze stof wordt, nadat ze met weinig moeite door de mens uit de grond gehaald is, weer in kelders en kluizen, in onderaardse forten op¬gestapeld. Het meeste goud wordt in de zwaarte samengeklompt en zo wordt aan zijn zonnige aanleg geweld aangedaan. 

A! deze dingen kunnen voor ons tot scholing worden. Het verkeerde in de economie en het eenzijdige in de wetenschap zou ons wakker moeten schud¬den. Zulk een wetenschap als die van Rutherford loopt aan het heilzame wezen van het goud voorbij en haalt een kant naar voren die hoogstens met de grootste voorzichtigheid en verantwoording gehanteerd zou moeten worden.
Door de machtsimpulsen in de economie wordt het goud zelfs volkomen in strijd met zijn wezen misbruikt.

Van al deze verschijnselen van de metalen kunnen we veel leren. Kijk anders naar de dingen. Goud is meer dan het atoommodel van Rutherford. Goud is meer dan een onderdeel van de machtsstrijd in de economie. 

“Dode” stoffen kunnen we op onszelf toepassen. Net als goud zitten wij ook vol met ongebruikte mogelijkheden die we kunnen uitwerken tot dingen met glans. Lood is een uiting van het serieuze, van ernst. Zilver van levendigheid. 

Bovenstaande tekst is bewerkt en beknopt weergegeven. De oorspronkelijke tekst komt uit: 
Mededelingen van de Anthroposofische Vereniging in Nederland 6 (1951) 1, p. 1-5. Download de pdf van dit artikel. 


Share by: